RCB: Grootste zorgen over spanningen tussen bevolkingsgroepen, cyberdreigingen en terrorisme

Inwoners van Nederland maken zich de meeste zorgen over spanningen tussen bevolkingsgroepen, cyberdreigingen en terrorisme. Over terrorisme zijn de zorgen gestegen ten opzichte van het najaar van 2023. Dreigingen voor de (nationale) veiligheid die als meest waarschijnlijk worden gezien zijn cyberdreigingen en georganiseerde criminaliteit. Daarnaast hebben minder mensen actie ondernomen om voorbereid te zijn op risico’s en dreigingen ten opzichte van voorgaande jaren. Dat en meer blijkt uit de nieuwste Risico- en Crisisbarometer (RCB), het publieksonderzoek van de NCTV naar de beleving van het algemeen publiek van risico’s en dreigingen voor de nationale veiligheid.

Vergroot afbeelding Enkele mensen in een winkelstraat in de schaduw
Beeld: ©NCTV

De voorjaarsmeting 2024 van de Risico- en Crisisbarometer (RCB) is uitgevoerd tussen 22 maart en 8 april 2024. Om inzicht te krijgen in wat Nederlanders als bedreigend ervaren beantwoordden deelnemers vragen over 17 mogelijke gebeurtenissen die een dreiging kunnen vormen voor de (nationale) veiligheid. Hierbij geven ze aan wat ze denken dat de kans is dat een gebeurtenis voorkomt, hoe ernstig ze die gebeurtenis inschatten en hoeveel zorgen ze zich erover maken - in het algemeen en voor zichzelf en naasten.

Als het gaat om dreigingen voor de nationale veiligheid maken inwoners van Nederland zich de zich de meeste zorgen over spanningen tussen bevolkingsgroepen (47%), cyberdreigingen (44%) en terrorisme (43%). Wanneer het zich voor zou doen wordt het stoppen van vitale processen – zoals onder andere langdurig geen elektriciteit, geen gas of geen internet – als het meest ernstig gezien: zeven op de tien ziet dit als catastrofaal of zeer ernstig.

Rectificatie voorjaarsmeting 2024

Rectificatie voorjaarsmeting 2024

Vanaf de voorjaarsmeting 2024 van de RCB is de omschrijving van de dreiging ‘Geopolitieke dreiging’ gewijzigd naar ‘Geopolitieke & militaire dreiging’. In het onderzoek in het voorjaar van 2024 is gebruik gemaakt van een zogeheten splitrun. Dit betekent dat een deel van de respondenten de oude vraag kreeg hoeveel zorgen ze zich maken over ‘Geopolitieke dreiging’. Een ander deel kreeg de nieuwe vraag hoeveel zorgen ze zich maken over ‘Geopolitieke & militaire dreiging’. Het verschil tussen deze twee uitkomsten bepaalt de omrekenfactor. Met deze omrekenfactor zijn de uitkomsten van de metingen van vóór voorjaar 2024 op de dreiging ‘Geopolitieke dreiging’ herberekend. Door deze herberekening kunnen de uitkomsten van de voorgaande metingen worden vergeleken met de uitkomst van de voorjaarsmeting 2024.

Door een rekenfout klopte in de voorjaarsmeting van de RCB (terug te vinden op www.minjenv.sitearchief.nl d.d. 04-07-2024) het cijfer over de zorgen en kennis van inwoners van Nederland over ‘Geopolitieke en militaire dreigingen’ echter niet. In de voorjaarsmeting stond foutief vermeld dat 30% van Nederlanders zich zorgen maakt over ‘Geopolitieke & militaire dreigingen’. Dat cijfer was in de voorjaarsmeting 2024 echter 46%. Dit werkt door in enkele tabellen in het rapport van de voorjaarsmeting. Op de website is op 6 december een herziene versie gepubliceerd.

Cyberdreiging en georganiseerde criminaliteit ervaren als meest waarschijnlijk

Inwoners schatten cyberdreigingen (75%) en georganiseerde criminaliteit (74%) in als het meest waarschijnlijk. In december 2023 heeft de NCTV het dreigingsniveau terrorisme verhoogd. Ten opzichte van de meting in het najaar van 2023 valt op dat men terrorisme (van 48% naar 60%) en extremisme (van 62% naar 69%) als waarschijnlijker is gaan zien. Ook spanningen tussen bevolkingsgroepen ziet men als waarschijnlijker (van 63% naar 70%) ten opzichte van de najaarsmeting van 2023. Daarnaast valt op dat men geopolitieke en militaire dreigingen als waarschijnlijker is gaan zien (van 52% naar 61%), maar dat men hier zich juist minder zorgen om maakt (van 43% naar 30%).

Vertrouwen in de overheid

Vier op de tien (40%) van de inwoners geeft aan geen (9%) of weinig (31%) vertrouwen in de overheid te hebben. In het najaar van 2023 was dit percentage opgeteld 47%. Nederlanders vinden het lastig om in te schatten of de overheid voldoende doet om risico’s en dreigingen te voorkomen. Dreigingen waar een relatief groot deel van de inwoners vindt dat de overheid te weinig doet om deze te voorkomen, zijn spanningen tussen bevolkingsgroepen (56%) en georganiseerde criminaliteit (49%). Ongeveer een derde van inwoners heeft (heel) veel vertrouwen in de informatievoorziening van de overheid bij een ramp of crisis. Een iets groter deel (39%) heeft niet veel, maar ook niet weinig vertrouwen. Eén op de vijf (20%) heeft weinig tot helemaal geen vertrouwen.

Weerbaarheid bij uitval voorzieningen

Slechts 15% van inwoners van Nederland geeft aan actie te hebben ondernomen om voorbereid te zijn op risico’s en dreigingen. Dat aantal is gedaald ten opzichte van 2023 (gemiddeld 18%) en 2022 (gemiddeld 28%). Een gevolg van een risico of dreiging kan zijn dat een bepaalde voorziening uitvalt, zoals bijvoorbeeld internet, stromend water uit de kraan of uitval van elektriciteit. Bijna twee op de drie inwoners van Nederland geeft aan kaarsen en aanstekers in huis te hebben (61%) en houdbaar eten op voorraad te hebben (59%). Toch geeft slechts één op drie aan dat ze flessen water (34%) of een powerbank hebben om hun telefoon op te laden (33%). Een nóg kleinere groep heeft een radio op batterijen (17%) voor noodgevallen. Bij uitval van voorzieningen kan op korte termijn een noodsituatie ontstaan. Zo geeft een deel van de inwoners van Nederland aan zich binnen twaalf uur niet meer zelf te kunnen redden bij de uitval van elektriciteit (28%), wanneer geen water meer uit de kraan komt (27%) en uitval van het betalingsverkeer (20%), internet (19%) of telefonie (19%).

De RCB wordt twee keer per jaar uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos I&O in opdracht van de NCTV. Het onderzoek bestaat uit een online kwantitatieve enquête onder 2242 Nederlanders van 18 jaar en ouder. De uitkomsten worden gebruikt voor planvorming en de voorbereiding op risico- en crisiscommunicatie. In het najaar van 2024 wordt het onderzoek opnieuw uitgevoerd.