De regering zet de komende jaren structureel middelen in om gericht kennis op te bouwen voor het bestrijden van ongewenste drones. Zo wil het kabinet ervoor zorgen dat veiligheidspartijen in Nederland voldoende kennis en middelen bezitten om adequaat te kunnen reageren en acteren op drone-dreigingen.
De NCTV is samen met Defensie, de politie, TNO en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) gestart met een meerjarig kennisprogramma gericht op het detecteren van drones en het neutraliseren van een eventuele dreiging. Waar nodig wordt samengewerkt met andere (internationale) kennisinstellingen, universiteiten of bedrijven.
De technologische ontwikkelingen van drones gaan snel: ze zijn eenvoudig in gebruik en gemakkelijk verkrijgbaar. Ze worden dan ook steeds vaker ingezet voor plezier en nuttige toepassingen. Maar ook de mogelijkheden voor kwaadwillenden om drones te gebruiken, nemen toe. Het bedieningsgemak en het soms aanzienlijke draagvermogen van drones vormen in verkeerde handen een risico voor de veiligheid. Met dit programma wil Nederland een slag maken in de technologische manieren om een eventuele dronedreiging te stoppen.
Awareness campagne
Er zijn de afgelopen jaren incidenten geweest waarbij bestuurders met drones vlogen in gebied waar dat niet toegestaan is. In de meeste gevallen is sprake van onwetendheid. Dit toont aan dat veel gebruikers niet of nauwelijks op de hoogte zijn van wetten, regels, risico’s en de hinder die zij kunnen veroorzaken. Om deze reden is de Rijksoverheid gestart met een awareness campagne om burgers en organisaties te informeren over de mogelijkheden en verplichtingen op het gebied van drones.
Wat te doen bij een incident?
Het is moeilijk om een drone die een dreiging vormt te onderscheiden van een ongevaarlijk exemplaar. Maar het melden van incidenten is belangrijk, omdat de politie actie kan ondernemen in geval van overtreding/overlast. Daarnaast helpt het de autoriteiten een beter beeld te krijgen van de problematiek. In geval van een incident het advies het volgende te doen:
- schrijf zoveel mogelijk details over het incident op, inclusief de datum en tijd van het incident;
- maak een beschrijving van de mogelijke bestuurder en noteer eventuele communicatie met de bestuurder. Denk hierbij aan naam, uiterlijke kenmerken, adres en nummerbord;
- noteer de details over de drone, zoals: vliegroute, (geschatte) hoogte, kleur, aanwezigheid ‘payload’ en (geschatte) afstand tot gebouwen en mensen; en
- verzamel foto’s, video’s en/of getuigenverklaringen als bewijs.
Incidenten kunnen worden gemeld aan de plaatselijke politie.