Opbouw dreigingsniveaus
In Nederland kennen we vijf niveaus van oplopende dreiging. Het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) weegt vele factoren af om tot een niveau te komen.
Het dreigingsniveau vloeit voort uit het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) en zegt iets over de algemene terroristische dreiging gedurende een langere termijn. Om het dreigingsniveau te bepalen worden veel verschillende elementen in ogenschouw genomen; elementen die kunnen verschillen in aard, herkomst, concreetheid, zichtbaarheid en actualiteit.
Op basis van de bevindingen van de conferentie ‘Tien Jaar DTN’ in december 2015 is het systeem van dreigingsniveaus met ingang van DTN42 (juli 2016) aangepast met het oog op de toekomstbestendigheid. De criteria, en daarmee de bandbreedte, van elk niveau zijn herzien. Ook is een extra niveau (niveau 3) toegevoegd.
De dreigingsniveaus worden aangegeven met de nummers 1 tot en met 5. Zij worden gebruikt ter kwalificering van de bandbreedte van het ingeschatte risico dat Nederland te maken krijgt met terroristische aanslagen. Schommelingen in aard, omvang en achtergrond van de dreiging geven daarom niet altijd onmiddellijk aanleiding om een ander dreigingsniveau te kiezen. Ook wanneer sprake is van een bepaalde concrete dreiging tegen een persoon of object of vitale bedrijfssector in Nederland, die leidt tot een verhoogde dreiging in andere systematieken dan het DTN, hoeft dit niet per se te betekenen dat het algemene dreigingsniveau ook omhoog gaat.
De bullets die onder de dreigingsniveaus zijn opgenomen, dienen ter illustratie van situaties die zich onder een bepaald dreigingsniveau kunnen voordoen. Dit betekent ook dat niet alle genoemde bullets van toepassing hoeven te zijn wanneer een bepaald dreigingsniveau van kracht is.
Opbouw dreigingsniveaus
Opmerkingen bij niveau 5:
- Niveau 5 kan worden afgekondigd voor een specifiek deel van Nederland.
- Niveau 5 zal voor een beperkte tijd worden afgekondigd.
Op- en afschalen
De NCTV stelt vast wat het actuele dreigingsniveau is.