Wet Gegevensverwerking Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering en Terroristische Activiteiten (PARTA)

Heldere juridische grondslag

De Wet zorgt voor een heldere juridische grondslagen waardoor deelnemers aan de casusoverleggen inzake radicalisering en terroristische activiteiten (persoons)gegevens met elkaar mogen delen en verwerken.  

Organisaties onder de Wet PARTA

• De burgemeester en het college van burgemeesters en wethouders (B&W) 
• Politie
• Het Openbaar Ministerie (OM)
• Reclasseringsinstellingen
• De Raad voor de kinderbescherming

Bovenstaande organisaties zijn aangewezen als regulier deelnemer van het casusoverleg. Incidenteel kunnen derden deelnemen aan het casusoverleg wanneer zij over deskundigheid beschikken die noodzakelijk is bij de aanpak van een specifieke casus. Hierbij wordt ook gelet op hun bevoegdheden/publieke taken die een rol kunnen spelen bij het opstellen, uitvoeren of evalueren van het plan van aanpak. Denk hierbij aan partijen uit de zorg, welzijnsorganisaties, onderwijsinstellingen, partijen uit het veiligheidsdomein (Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD), Koninklijke Marechausse of de NCTV), deskundigen van een hogeschool of ander kennisinstituut die expertise aandragen. 

Rollen per organisatie

De Wet PARTA legt de burgemeester de wettelijke taak op om te zorgen voor de instandhouding van een casusoverleg voor de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en terroristische activiteiten (de ‘zogenoemde regiefunctie’). Dat wil zeggen dat er een structuur moet zijn voor overleg wanneer zich gevallen voordoen die moeten worden besproken. Voor de inrichting van deze verplichting kan door (kleinere) gemeentes ondersteuning worden gezocht in de ervaring en faciliteiten van grotere gemeentes en/of regionale Zorg- en Veiligheids-huizen. 

Contact

Vragen of hulp nodig bij het implementeren van de wet? Neem contact op via parta@minjenv.nl.