Fase 3: Detentie en re-integratie

Doelstelling en omschrijving

Dit deel van de lokale aanpak richt zich op het tegengaan van de dreiging vanuit geradicaliseerde (ex-) gedetineerden door veilige en gecontroleerde re-integratie. Iemand die uit detentie komt gaat meestal terug naar zijn of haar oude woonplaats, heeft een traject met reclassering lopen en soms zijn er nog steeds signalen van radicalisering. Gemeenten en lokale partijen spelen dan ook een belangrijke rol wanneer personen uit detentie komen. De voorbereidingen voor een veilige re-integratie worden al tijdens detentie getroffen.

Het proces van detentie en re-integratie kent aan de voor- en achterkant een significante overlap met de werkwijze, doelstellingen, en samenwerkingspartners van de persoonsgericht aanpak (PGA). Ook wat betreft kennis en vaardigheden kan detentie en re-integratie niet los worden gezien van de PGA.

Focus van detentie en re-integratie

De focus van detentie en re-integratie valt in principe samen met het moment dat een verdachte in voorlopige hechtenis wordt genomen wegens verdenking van een misdrijf met terroristisch oogmerk, dan wel wanneer een gedetineerde uitingen doet of gedrag vertoont dat kan wijzen op radicalisering, tot aan het moment dat deze uitstroomt (door vrijspraak of door einde detentie), plus het traject van reclasseringstoezicht. In de praktijk blijkt dat de scope breder kan liggen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een ten uitvoer gelegde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel (GVM). Hiermee is echter nog weinig ervaring opgedaan.

  • De tbs-maatregel valt buiten de invloedssfeer van het CT-domein detentie en re-integratie. Bij aanvang van de tbs-maatregel vangt immers een zorgtraject aan. Slecht een klein aantal terrorismeveroordeelden krijgt tevens een tbs-maatregel opgelegd.
  • Als er na uitstroom gerede zorgen zijn omtrent een persoon, kan er via reguliere procedures een weegtafel binnen de lokale aanpak worden georganiseerd.

Kennis en vaardigheden

Professionals die een rol hebben bij het tegengaan van radicalisering, extremisme en terrorisme in de fase van detentie- en re-integratie moeten over dezelfde kennis beschikken als de professionals in de lokale keten.

Netwerk

Welke partners een rol spelen, hangt samen met de specifieke (beleids)vraag. In tegenstelling tot het netwerk van de lokale overheid met het maatschappelijk middenveld, is het netwerk binnen detentie voornamelijk met professionals. In aanvulling op de netwerkpartners van de lokale aanpak ligt de nadruk tijdens detentie op:

  • Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)
  • DG Straffen en Beschermen (DGSenB)
  • Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
  • Openbaar Ministerie (OM)
  • Politie
  • Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)
  • Reclassering Nederland (RN), specifiek het team Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (TER-team)
  • Gemeente
  • Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE)

Bovenstaande lijst is opgesteld op alfabetische volgorde. Omschrijving van deze partijen en hun rol vind je hier

Interventies

Persoonsgerichte aanpak binnen detentie

DJI, gemeenten en RN werken samen om justitiabelen met een terroristische of extremistische achtergrond veilig terug te laten keren in de maatschappij. Het streven is om de risico’s van een extremistisch netwerk en geweldsbereidheid te mitigeren. In het Multidisciplinair Afstemmingsoverleg Resocialisatie (MAR) met DJI, gemeente en RN werken ketenpartners samen aan een individueel resocialisatieplan dat binnen detentie kan worden opgestart. Casusafhankelijk kunnen ook andere partijen worden betrokken.

Om de re-integratiedoelen te behalen wordt in het MAR toegewerkt naar verschillende interventies of begeleidingsvormen. Er is een ‘Toolkit Interventies’ opgesteld met mogelijkheden voor begeleiding. Dit zijn interventies die specifiek gericht zijn op deze doelgroep. Deze interventies worden ingezet in detentie of opgestart tijdens detentie.

De voorbereiding en inzet van de interventies wordt per casus besproken binnen het MAR. Het gezamenlijke resocialisatieplan vanuit het MAR wordt in lijn gebracht met het Detentie en Re-integratieplan (D&R) van de Penitentiaire Inrichting, het lokale (nazorg)plan van de PGA van de gemeente en eventuele toezichtmaatregelen en/of bijzondere voorwaarden van RN. De interventies en re-integratie activiteiten vanuit het MAR hebben betrekking op de periode in detentie, maar kunnen ook doorlopen na detentie. Het MAR zorgt dan ook voor borging en overdracht bij uitstroom uit detentie naar betrokken gemeente en overige relevante partijen.

Interventies die plaatsvinden binnen justitieel kader, vinden plaats onder toezicht van Reclassering Nederland. Ook kunnen er interventies worden ingezet in kader van de lokale aanpak. Dit volgt het reguliere proces van de PGA.

Bevoegdheden en juridische kaders

De Wet Straffen en Beschermen is in werking getreden in 2021 en heeft gevolgen voor de wijze waarop straffen worden vormgegeven. Enkele voor deze doelgroep relevante kenmerken zijn dat de gevangenis verantwoordelijk is voor het opstellen van een detentie- en re-integratieplan voor elke individuele gedetineerde. Ook zijn er bepalingen opgenomen en wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van onder meer verlof en informatiedeling tussen ketenpartners.

De Wet Langdurig Toezicht (Wlt) beoogt recidive te voorkomen van een specifieke groep veroordeelden: alle veroordeelden van een zedendelict of een ernstig geweldsdelict met een strafdreiging van tenminste vier jaar, waaronder terrorismeveroordeelden. De Wlt bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel gaat over de mogelijkheid tot ongemaximeerde verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel met verpleging. Het tweede deel gaat over ex-gedetineerden uit het gevangeniswezen die voorwaardelijk in vrijheid zijn gesteld. Voor hen is de proeftijd bij de voorwaardelijke invrijheidsstelling minimaal een jaar geworden en zijn er verlengmogelijkheden van de proeftijd mogelijk. Het derde deel betreft een zelfstandige toezichtmaatregel, de Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel, die kan worden opgelegd aan zowel gedetineerden als aan tbs-gestelden. De duur van deze maatregel is twee, drie, vier of vijf jaar en kan worden verlengd zolang er volgende rechter sprake is van een gevaar op recidive. Nog niet van alle onderdelen van de Wlt is in de praktijk ervaring opgedaan.

De Penitentiaire beginselenwet (artikel 18b) is de juridische basis voor het meenemen van informatie naar het MAR en het delen van informatie buiten het MAR (met Minister Justitie en Veiligheid, directeur inrichting, Reclassering Nederland, gemeente, Openbaar Ministerie, Politie).

Lees verder

Vragen?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Mail dan naar pls@minjenv.nl.